Nog erger dan bij de varkens
Het is dit jaar (1997) zestig jaar geleden dat prinses Juliana en prins Bernhard in het huwelijk traden. Van enthousiaste feestvierderij door de bevolking was geen sprake. Dat was in 1937 wel anders.
In dat jaar organiseerden de plaatselijke oranjeverenigingen overal volksfeesten, die er niet om logen. De festiviteiten vonden niet altijd plaats in januari toen het huwelijk voltrokken werd maar ook later In het jaar. In Kamperland trof men net als elders op Noord-Beveland voorbereidingen voor een groot feest.
Nu was daar de viering van de verloving van het koninklijk paar, overigens niet georganiseerd door de Oranjevereniging, in de herfst van 1936 danig uit de hand gelopen. Een, groot deel van de feestvierders had op overtuigende wijze gestalte gegeven aan het begrip 'openbare dronkenschap' en dat was een strafbaar feit. Anderen hadden, wellicht onder invloed van drank, vergeten dat ze getrouwd waren, met alle gevolgen van dien. Een van de herbergiers had er zelfs over gedacht om zijn zaak te sluiten, want 't was nog erger dan bij de varkens'.
In maart 1937 schreven, de kerkenraden van de Hervormde en de Gereformeerde Kerk van Kamperland daarom een brief aan de gemeenteraad waarin ze met verwijzing naar de uitspattingen in 1936 verzochten om ter gelegenheid van het huwelijksfeest een tapverbod in te stellen. Burgemeester en wethouders stelden de gemeenteraad voor om aan het
verzoek te voldoen, maar het probleem was de controle op de naleving van het verbod. Daarvoor waren er gewoon te weinig veldwachters. Bovendien: wat lette de mensen om elders drank te kopen?
Verzet
Er klonk nogal wat gemopper in de raadszaal. Men vond. het een onsympathieke gedachte om de verantwoordelijkheid af te schuiven op de gemeente. Waarom gingen de predikanten zelf niet de straat op om de feestvierders in toom te houden? Het instellen van een tapverbod zou al1en maar oproepen tot verzet van de bevolking. En al was er dan bij het verlovingsfeest wat gebeurd, Kamperland was toch geen tweede Oss, daarmee verwijzend naar een sexschandaal, dat in die tijd landelijk veel beroering veroorzaakte.
Ook in de buurgemeenten was geen tapverbod ingesteld. Kon verder de burgemeester als handhaver van het openbaar gezag niet ingrijpen? Dat kon de burgervader wel, maar een tapverbod met een beroep op de handhaving van de openbare orde ging nou weer net niet. Een van de raadsleden vertelde dat het in 1898 bij het kroningsfeest allemaal prima was verlopen. Toen was geen wanklank vernomen. Iedereen had aan dat feest deelgenomen, jong en oud, rijk en arm. Waarom zou het nu dan uit de hand lopen? Bij 't verlovingsfeest had niet iedereen meegedaan en dat was de reden van ontsporing.
Wethouder Van der Maas voelde er het meest, voor om het verzoek in de papierbak te werpen, maar dat kon niet volgens de burgermeester, die overigens de predikant al vruchteloos had verzocht om het rekest in te trekken. Met zes tegen vijf stemmen besloot de raad een tapverbod in te stellen. Een paar weken later, op 5 april, kwam de zaak opnieuw aan de orde. De caféhouders in Kamperland en Wissenkerke, de afdeling Wissenkerke van de Vrijheidsbond en de oranjeverenigingen protesteerden heftig tegen het tapverbod.
De burgemeester noemde het een verzoek, niet van een politieke vereniging of een club van belanghebbenden, maar van een vereniging door het volk gekozen, waarvan zowel rechts als links deel uitmaakte. Die verenigingen waren van plan om alles in de beste harmonie te laten verlopen. Het college had er daarom geen bezwaar tegen om het tapverbod weer op te heffen.
Verwensingen
Het was het raadslid De Smit opgevallen, dat zelfs dominees de moed kunnen missen om waar dat nodig is, te wijzen op zondig en onchristelijk gedrag. Sterker nog, de actie van de beide predikanten had al zoveel verwensingen en boze voornemens tot gevolg gehad, dat het zondige van een enkele feestavond daarbij in het niet zou verdwijnen.
Het moest toch pijnlijk zijn voor de dienaren des Woords, dat datgene wat zij op de zondag uitdroegen, op doordeweekse dagen niet aan de orde leek te komen.
De raad besloot het eerder ingestelde tapverbod in te trekken. De kasteleins kregen de mededeling, dat zij ervoor moesten zorgen dat het feest niet uit de hand liep. Want dan zou er in volgende gevallen wel een tapverbod worden ingesteld. De feesten verliepen in de beste orde.
Al met al een storm in een Kamperlands glas bier.